Bij onraad gaat de kop omhoog en draaien de oren als satellietschotels om meer informatie te verzamelen over de aard en richting van het geluid. Het geblaf van een hond, het dichtslaan van een autoportier, het dichtklappen van een hek of het geluid van een brekend takje op een wandelpad kan ze al doen vluchten in de dekking. Vooral op metaalachtige geluiden reageren reeën sterk. Staat de wind goed, dan kunnen ze tot op driehonderd meter afstand het geluid waarnemen. Bij harde wind is het gehoor echter verstoord en verkiezen de meeste reeën de dekking.