Reeën zijn van nature geen bosdieren. In de literatuur over reeën geeft iedere auteur aan dat een kleinschalig parkachtig landschap de ideale biotoop voor het ree is. Een afwisseling van weilandjes, akkerlandjes, wildwallen, bosjes en bossen met loofhout, struiken en vooral randbegroeiingen bieden naast een gevarieerd voedselaanbod ook veel dekking. Zo ook boomgaarden en andere hoog fruitgebieden.