De eicel van een reegeit is in de bronsttijd 36 uur vruchtbaar. Als de bevruchting van deze eicel met de zaadcel van een reebok succesvol verloopt, zal de zygote (bevruchte eicel) zich een aantal keren delen tot een embryonale kiem: de blastocyste bestaande uit een kleine 30 tot 40-tal cellen. Daarna staat de ontwikkeling van blastocyste tot embryo vrijwel geheel stil voor ongeveer vijf maanden, tot eind december/begin januari. In deze periode vindt er een zeer langzame groei van de blastocyste plaats. Deze neemt in diameter slechts toe van 1 naar 5 mm en is vrij aanwezig in de holte van de baarmoeder.
Het is niet ingenesteld in het baarmoederslijmvlies van de baarmoederwand. Deze stilstand heet de diapauze ofwel ‘kiemrust’. Diapauze is een fysiologische staat van ontwikkelingsstilstand die door heel specifieke omstandigheden begint en eindigt. In sommige zoogdieren zoals het ree, vindt deze diapauze plaats ten tijde van de blastocyste fase en heet daarom ook embryonale diapauze. Bij de meeste zoogdieren volgt de implantatie van de vrucht in de baarmoederwand na het hervatten van de ontwikkeling. Vandaar dat de diapauze ook wel ‘uitgestelde implantatie’ heet.