In Europa wisselen reeën niet allemaal tegelijk naar de wintervacht. Deze haarwissel is sterk afhankelijk van het klimaat, de daglichtlengte en de temperatuur in die periode. Zo wisselen reeën in Noord-Europa of in de bergen (Alpen) in het algemeen eerder van zomer- naar wintervacht dan reeën in het zuiden van Europa of in het laagland.
In Nederland start de vachtwissel bij de reekalveren rond eind augustus. Medio september volgen meestal de smalreeën en jaarlingbokken en eind september is de haarwissel duidelijk zichtbaar bij volwassen- en oudere reegeiten en reebokken. Het gehele proces van verharen duurt gemiddeld een week of vijf. Eind oktober hebben tenslotte alle reeën gewisseld van zomerdos naar winterdos en lopen zij weer in hun grijsbruine winterjas.
De verharing naar de wintervacht begint altijd in de nek en in het aangezicht rondom de ogen. Vervolgens treedt het proces van verharen op in de hals en de gehele kop, dan volgen de poten en tenslotte verhaart de rest van de vacht. Net zoals bij de verharing in het voorjaar geldt nu ook weer dat jonge reeën eerder van vacht wisselen dan oudere dieren. Maar ook dit proces is afhankelijk van de gezondheid en de conditie van een ree. Zwakkere of zieke dieren wisselen later in het najaar naar de wintervacht.