Ieder volgroeid gewei heeft een genetische grondslag (blauwdruk), zowel in de grootte maar nog veel meer in de (hoofd)vorm en de bouw. De vorm van het gewei is genetisch vastgelegd en de geweigrootte is voor 20% erfelijk. Diverse studies (Cécile Vanpé en co- auteurs) komen tot dezelfde conclusie: de genetische blauwdruk speelt een belangrijke rol in de vorm van een gewei van een gezonde reebok. Niet in de grootte. Hierbij geldt als voorwaarden dat voedsel onbeperkt aanwezig is in het leefgebied en de desbetreffende reebok geen hormonale afwijkingen heeft. In deze paragraaf komen parameters aan bod die allemaal van invloed kunnen zijn op de grootte van het gewei, zoals de leeftijd, het lichaamsgewicht, voedselaanbod, populatiegrootte en rust. Deze parameters zijn nooit gelijk, constant en allemaal tegelijk optimaal in de vrije natuur. Dat betekent bijvoorbeeld dat de geweigrootte in een betreffend leefgebied significant kan afwijken ten opzichte van een leefgebied 5 km verder.
De grote individuele verschillen in geweigrootte en geweivorm, zelfs in een bepaalde leeftijdsklasse, maken het gewei een onbetrouwbare indicator van leeftijd. Soms klopt die indicatie van leeftijd, maar in veel gevallen klopt deze indicatie niet. Er is wel enige vorm van wetmatigheid te bespeuren: de geweigrootte neemt toe van jaarlingbok tot jongvolwassen/volwassen bok (optimale geweigrootte) en neemt af bij de oude reebokken. Een verouderingsproces in het ree leidt tot kleinere geweien. Onder optimale (omgevings) condities nemen het gewicht en de dichtheid van het gewei toe met de leeftijd van de reebok (zie ook paragraaf 6.4 Samenstelling van het gewei). De grootste toename in het gewicht van een gewei treedt op bij de overgang van een jaarlingbok naar een tweejarige- tot jongvolwassen bok en neemt daarna jaarlijks toe, onder gelijke omstandigheden. Rond de leeftijd van zeven tot acht jaar is het gewicht van het gewei van een reebok maximaal en neemt daarna snel af. Dat is duidelijk te zien aan de massa en de omvang van de stangen bij oude bokken (acht jaar en ouder). Deze massa neemt af en heet het terugzetten van het gewei. Dit terugzetten vindt met name plaats in het bovenste gedeelte van het gewei. Bij jaarlingbokken en jongvolwassen bokken ligt de massa boven in het gewei, bij oude bokken ligt de massa laag in het gewei. Er is geen relatie tussen de leeftijd en het aantal vertakkingen van het gewei. Dat wordt genetisch bepaald.
Jongvolwassen en volwassen reebokken hebben de grootste geweien, omdat ze meer lichaamsenergie spenderen aan de geweigroei in vergelijking met oude bokken en jaarlingbokken. Hoge testosteronconcentraties sturen de geweigroei aan. Dezelfde hoge hormoonspiegel drijft bokken tot de inname en verdediging van een territorium. Twee- tot vierjarige reebokken vertonen de grootste voortplantingsdrang. Zij strijden om het eigenaarschap van territoria en tonen daarbij veel meer dominantie dan jaarlingbokken en oude bokken.
De geweigrootte bij reebokken is deels conditie-afhankelijk. Een goede indicatie van de conditie van een reebok is het lichaamsgewicht, waarbij een onderscheid te maken is tussen lichte bokken en zware bokken. Zware reebokken kunnen een groter en steviger gewei dragen dan lichte bokken, die over het algemeen een kleiner en kwetsbaarder gewei dragen. Dit is aangetoond in de studies van Vanpé en collega’s die uitgevoerd zijn in het ‘Chizé-studiegebied’. Dit is een in westelijk Frankrijk gelegen groot en bekend studiegebied waarin het ree centraal staat. Uit de eerder genoemde studie van Vanpé naar de geweigrootte bij reebokken is tevens gebleken dat de geweigrootte toeneemt met een toename in lichaamsgewicht in alle leeftijdsklassen. Dit is het meest duidelijk bij oudere reebokken mits alle andere parameters, die van invloed zijn op de geweigrootte, optimaal zijn. Daarnaast speelt de algehele conditie van een reebok ook een belangrijke rol rond de kwaliteit van een gewei. Als een reebok door welke reden dan ook een zwakkere conditie heeft, gaat veel minder energie richting de geweiontwikkeling en is het uiteindelijke gewei kleiner en poreuzer.
Zware oude reebokken laten een (risicovolle) tactiek zien waarbij ze veel energie blijven investeren in de imposante en sterke geweigroei. Deze ‘bejaarde‘ reebokken blijven competitief ten opzichte van jongere reebokken. Zij zijn in staat om hun territorium te verdedigen en te behouden en hebben daardoor levenslang voortplantingssucces. Lichte oude reebokken laten een conservatieve tactiek zien. Door hun lager lichaamsgewicht zijn ze niet in staat om grote hoeveelheden energie te investeren in de geweigroei. Het competitief vermogen is kleiner dan dat van zwaardere oude en jonge reebokken. Een lichte oude reebok kan veel moeilijker een territorium succesvol verdedigen en heeft hierdoor een veel kleiner voortplantingssucces.