Het ree wisselt ieder jaar twee keer van vacht, genaamd dos. In het voorjaar wisselt het ree van winterdos naar zomerdos en in de herfst van zomerdos naar winterdos.
In de periode tussen de tweede helft van april en de eerste helft van mei beginnen de winterharen uit te vallen. Dit proces komt op gang door hormonale processen die initieel worden getriggerd door de langer wordende dagen (meer daglicht) en in mindere mate door de stijgende temperaturen. In deze periode zien reeën er mottig uit met overal plukken ‘oud’ en grijs winterhaar met daaronder de zichtbaar wordende zomerdos. Ondanks dat de vacht van het ree er dan onverzorgd uitziet, betekent dit niet dat het ree ziek is. In mei lopen de meeste reeën er dan verwaarloosd bij, maar eind mei begin juni is dit proces voltooid en hebben ze weer hun roodbruine zomerkleed aangetrokken.
De verharing van winterdos naar zomerdos begint eerst bij de kop, daarna op de schoft en de onderkant van de hals en vervolgens rond de spiegel en de flanken van het ree. Daarna verhaart de rest van de hals en als laatste verhaart de rug.
Het wisselen van winterdos naar zomerdos vraagt veel energie. De conditie van het ree speelt dan een belangrijke rol. De conditie bepaalt de duur van die vachtwisseling. Het proces van verharen duurt korter bij gezonde dieren dan bij zwakkere exemplaren. In het algemeen geldt dat jonge en gezonde reeën vroeger in het voorjaar van vacht wisselen dan oude reeën of reeën met een zwakkere conditie.