De laatste jaren komen er steeds meer wolven voor in Nederland en in de grensregio’s rondom Nederland. De herkomst is duister, uitgezet of via natuurlijke weg hierheen gekomen. Tam gedrag in woonwijken duidt in ieder geval niet op angst voor mensen. Een deel van deze wolven zwerft door Nederland en aangrenzende landen en een deel is terechtgekomen op de Veluwe waardoor hij zich definitief gevestigd heeft in ons land. In diverse recente studies in Duitsland werden uitwerpselen van wolven onderzocht om de dieetkeuze van wolven te bepalen. Deze studies toonden aan dat reeën de belangrijkste prooi voor wolven vormen (ongeveer 53%). Daarna vormen het edelhert (21%), het wilde zwijn (18%) en hazen/konijnen (4%) onderdeel van het dieet van wolven die echte carnivoren (vleeseters) zijn.
Hoe reeën in Nederland zullen gaan reageren op de permanente vestiging van de wolf is nog niet zeker. Ervaringen uit Duitsland bevestigen dat het ree, in gebieden met wolven, verhoogd waakzaam is en hierdoor minder uittreedt. De vergelijkingen met wolf-ree-ervaringen in andere landen blijft vragen om bedachtzaamheid. Het is de vraag hoe de wolf reageert op reeën in Nederland met veel veeteelt. Een wolf kan gehouden dieren veel eenvoudiger bemachtigen dan een wild ree. En roedels wolven reageren weer anders dan losse, zwervende wolven. Het zal nog veel vee en reeën kosten voordat studies hiernaar een duidelijk beeld geven. Voorstanders van behoud van de biodiversiteit van natuurgebieden zien de wolf als een welkome aanvulling in deze natuurgebieden, omdat minder jonge aanwas van planten- en bomensoorten worden aangevreten door reeën, andere hertachtigen en wilde zwijnen. Deze dieren zullen
zich bij permanente aanwezigheid van wolven veel minder zichtbaar en vrij bewegen door de natuurgebieden en zullen niet lang en herhaaldelijk op dezelfde plaatsen foerageren. Dat zou kunnen betekenen dat kruiden en struiken zich beter kunnen ontwikkelen. Daarnaast zou de wolf grote wintersterfte onder hoefdieren als reeën kunnen voorkomen, doordat de wolf voor aanvang van de winter de zwakkere of zieke dieren heeft geselecteerd en van het leven heeft beroofd.
Langetermijndenkers op het gebied van biodiversiteit stellen juist dat de ongebreidelde komst van wolven de biodiversiteit in de loop der jaren in groot gevaar brengt. Teveel wolven kunnen een ware slachting aanrichten onder andere diersoorten. Verschraling van herbivoren en omnivoren zorgt ervoor dat bepaalde flora de overhand krijgt en andere zelfs verdwijnt. Volgens deskundigen, zoals Valerius Geist (‘When ignorance is Bliss’), is actief beheer van wolven noodzakelijk om de biodiversiteit te waarborgen en de weerbaarheid van de ecosystemen te behouden. De moeilijkheid ligt in het woord ‘teveel’. De ervaringen in andere landen met wolven leiden in ieder geval tot de conclusie dat ‘teveel’ wolven al snel is bereikt. Het vervolgens terugdringen van de populatie stuit op veel praktische problemen en maatschappelijk onbegrip.