Het ree neemt per etmaal ongeveer 3,2 liter vocht tot zich met de hoge inname en vertering van plantaardig voedsel (per dag ongeveer 4 kg). Met name in kardinaalsmuts en in naaldhoutsoorten zit het meeste water. Reeën hoeven nauwelijks te drinken en verkrijgen hun benodigde vocht (water) uit het voedsel. Alleen tijdens warme en droge voorjaar- en zomerperiodes drinken reeën af en toe uit poelen, sloten of beekjes. En tijdens foerageertochten in de vroege zomerochtenden krijgen ze vocht binnen dat dan als dauw op planten zit.