Het grootste gevaar voor het ree vormt het verkeer. Jaarlijks komen er naar schatting van de Vereniging het Ree (VHR) ca. 10.000 reeën om in het verkeer. De hoeveelheid reeën die gewond een aanrijding overleven is onbekend. In Nederland maar ook in het buitenland is onderzoek gedaan (Madsen 2002, Groot Bruinderink et al. 2012, Terra Salica 2011) naar de relatie tussen aantallen reeën en aantallen aanrijdingen met reeën. Kort gezegd: veel reeën betekent ook veel aanrijdingen. In 2019 zijn door de Stichting Wildaanrijdingen Nederland (SWN) 3.454 aanrijdingen met reeën afgehandeld. Volgens de SWN is dat 30% van het totaal. Dit betekent dat in Nederland jaarlijks meer dan 11.000 reeën bij aanrijdingen omkomen. Een aanrijding met een dier kost volgens het Verbond van Verzekeraars gemiddeld 1.921 euro aan schadeherstel. Dat alles betekent een schadepost van ongeveer 21 miljoen euro, naast dierlijk leed en getraumatiseerde mensen. Zonder actief beheer zou het aantal aanrijdingen in ons land vele malen hoger liggen.
Reeën zijn niet ingesteld op snelheden boven 60 km per uur. Daaronder kunnen reeën de snelheid van een auto nog redelijk inschatten maar bij snelheden daarboven lukt ze dat niet. Reeën kunnen niet scherp en geen diepte zien. Zij kunnen zich moeilijk focussen op een auto die bijna recht op ze afkomt en dat bemoeilijkt weer het inschatten van de snelheid.
De meeste aanrijdingen vinden plaats in het voorjaar. De geit verstoot in deze periode de kalveren van het vorige jaar en de bokken dulden de kalveren ook niet in hun buurt. Verstoten en verjaagd komen de jonge dieren terecht op onbekende terreinen en wegen. Met een hoog risico op aanrijding tot gevolg. Oudere dieren die in de buurt van een weg hun territorium hebben, zijn aan het verkeer gewend en kennen het gevaar.
Het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers onder reeën is nog steeds een moeilijke, maatschappelijke opdracht. Er zijn al veel maatregelen genomen: snelheidsbeperkingen, wegversmallingen en borden ‘overstekend wild’. Het weggebruikersgedrag laat zich moeilijk veranderen.
Het plaatsen van zogenaamde wildspiegels is een van de maatregelen. Een spiegel reflecteert het licht van auto’s het bos in waardoor reeën schrikken en niet direct de weg oversteken. Vele soorten spiegels zijn al uitgeprobeerd, maar met zeer wisselende resultaten. Er zijn ook akoestische ‘spiegels´ die een geluidsignaal afgeven. Het signaal schrikt reeën af om over te steken. Als laatste maatregel probeert men door afschot van reeën op de plaatsen waar de meeste aanrijdingen plaatsvinden het oversteken van reeën te beperken.
Wildviaducten (ecoducten) vormen een kostbaar (€ 20.000.000 per stuk) maar gedegen manier om wilde dieren veilig over wegen te dirigeren. Daarbij is het van belang dat een goede geleiding zoals rasters de reeën naar het wildviaduct geleiden. Het aantal aanrijdingen met reeën nabij wildviaducten is over het algemeen tot bijna nul gereduceerd.