Het camouflagepatroon verandert redelijk snel. Na een paar maanden vervagen de vlekken en krijgt het kalf dezelfde roodbruine vacht als de geit. Ook de poten zijn dan qua lengte beter aangepast aan het lijf. Na een jaar zijn de kalveren ongeveer even groot als de geit en wordt het moeilijker om de verschillen te zien tussen geit en kalf.
Tussen de verschillende leeftijdsklassen zijn duidelijk verschillen waar te nemen. De kalveren staan de eerste weken op relatief lange poten, lopen de eerste dagen nog wat onbeholpen, zijn bruinwit gevlekt en de kop vertoont ‘kinderlijke’ trekjes. Door dat gevlekte patroon zijn de kalveren goed gecamoufleerd en bijna niet zichtbaar, wanneer zij liggen te rusten tussen struiken en bladeren. Zelfs in het weiland is een liggend reekalf bijna onzichtbaar.
Het camouflagepatroon verandert redelijk snel. Na een paar maanden vervagen de vlekken en krijgt het kalf dezelfde roodbruine vacht als de geit. Ook de poten zijn dan qua lengte beter aangepast aan het lijf.
Na een jaar zijn de kalveren ongeveer even groot als de geit en wordt het moeilijker om de verschillen te zien tussen geit en kalf. Bij goed observeren valt toch op dat ze nog jong en smaller tonen en slanker zijn dan de volwassen geit. Vooral de nog slanke hals is kenmerkend. Ook ligt de lichaamsmassa nog duidelijk achterin. In de regel zijn de kalveren nog steeds speelser in hun gedrag. De jonge bok draagt zijn eerste gewei. Een jaar na de geboorte heet het vrouwelijk reekalf een ‘smalree’ en een mannelijk kalf een ‘jaarling’.